...
Via het tabblad financieel in het instellingenscherm kan de koppeling met Twinfield ingesteld worden.Vul de velden voor het inloggen in en voer
D.m.v. de knop “authentificatie“ wordt de procedure gestart om de koppeling tot stand te brengen. (let op: de gebruiker die wordt gebruikt in dit proces mag niet de rol level 1 (compleet boekhouden) hebben.
Kies de code van de administratie in waarin geboekt moet worden.
Vink de verschillende opties aan om door te boeken.
Omdat Twinfield de debiteuren en crediteuren gescheiden heeft en Autoflex10 niet, is het verplicht om een voorloopkarakter crediteuren in te voeren.
Het crediteurennummer wordt dan aangevuld met dit voorloopkarakter.Voer de dagboekcodes in voor de verschillende facturen.
U mag dezelfde namen invoeren voor verkoopfacturen.
Voor de interne facturen moet een dagboek van het type "memoriaal" worden ingevoerd.Omdat Autoflex10 de verkoopfacturen in het verkoopboek boekt en Twinfield geen BTW codes van het type inkoop accepteert in het verkoopboek, moeten er BTW codes voor de inruil auto's worden ingevoerd.
Deze BTW codes moet ook in Twinfield worden aangemaakt als BTW codes van het type verkoop.Als u al gebruik maakt van Twinfield, kunt u via de knoppen om te importeren het grootboekrekeningschema, de debiteuren en crediteuren importeren.
Ook kunt u via het grootboekrekeningschema debiteuren en crediteuren exporteren naar Twinfield.
Na het importeren van het rekeningschema is het belangrijk om de omzetgroepen en BTW codes na te lopen in Autoflex10.
De BTW codes en het grootboekrekeningschema in Twinfield moeten gelijk zijn aan Autoflex10.
In Autoflex moet de gebruiker de rol boekhouding hebben om de koppeling te kunnen gebruiken, in Twinfield level 5 (om BTW-codes aan te kunnen maken is level 4 nodig).
...