Brother label printer

Autoflex ondersteund bij online klanten, die op de volgende servers zitten: terminal server 2 (poort 5254), 7 (5265) en 10 (poort 5272).



Stap 1. Installeren Brother label printer

De werking met de Brother label printer is getest met het type QL-570 LE. Waarschijnlijk worden andere modellen ook ondersteund. Voor het afdrukken met de Brother label printer moet deze zijn geïnstalleerd specifiek met de Brother QL-570 printerdriver. Wanneer er gebruik wordt gemaakt van een terminal server let dan op dat niet de 'easy printer driver' wordt gebruikt bij de Brother Printer, deze werkt namelijk niet. De 'easy print driver' wordt automatisch geladen, dit kan via een group policy worden uitgeschakeld met behulp van een systeembeheerder.

Software voor de Brother is opgeslagen in G:\Brother label printer.
De b-pac client moet worden geïnstalleerd, zodat er vanuit Autoflex met de Brother printer kan worden afgedrukt. De Brother p-touch software moet worden geïnstalleerd wanneer labels moeten worden bewerkt.

Stap 2. Instellen in Autoflex

In Autoflex kan bij Extra > Opties > Labels de Brother label printer worden geselecteerd, hier kunnen ook labels worden toegevoegd. Ook bij Extra > Labels kunnen labels worden toegevoegd.

Voor het toevoegen van een label is het belangrijk dat het label objecten bevat (bijvoorbeeld tekst objecten), waarbij de objecten een herkenbare naam moeten hebben. Voorbeeld: Een tekstvak voor het adres geef je de objectnaam adres, onderstaand een schermafbeelding uit de p-touch editor. Onderstaand een voorbeeld van een werkend label zie G:\Brother label printer\werkend label

Stap 3. Nieuwe label toevoegen

Toevoegen label in Autoflex (zie onderstaand voorbeeld): 
Klik op Extra - Labels, klik op: Nieuw. Selecteer een label (1), selecteer een label soort (2), selecteer het veld in Autoflex gekoppeld aan de veldnaam (objectnaam) van het label.

Gerelateerde artikelen